150 gram koude roomboter, 150 gram bloem,
3-4 handperen, geschild en elk in parten, 100 ml crème fraîche, 50 gram witte
basterdsuiker, 50 gram fijne tafelsuiker, gemalen kaneel, zout, ronde
(aardewerken of metalen) bakvorm, ongeveer 20 cm doorsnede
Doe de bloem en
basterdsuiker in een kom. Voeg een snuf zout toe en snipper er 80 gram boter
boven. Voeg een krappe eetlepel water toe en kneed alles snel tot een soepel
deeg. Laat even rusten.
Smelt de rest
van de boter. Meng de tafelsuiker met 1 theelepel kaneel. Kwast de bodem en
randen van de bakvorm in met twee derde van de gesmolten boter en strooi er de
kaneelsuiker over uit. Leg de parten peer, met de bolle kant boven, als een
waaier in de bakvorm. Kwast de bovenkanten van de stukken peer in met de
resterende gesmolten boter.
Bestuif het
werkvlak en een deegroller royaal met bloem en rol de deegbal uit tot een
rondje met een doorsnede die iets groter is dan de bakvorm. Leg de plak deeg op
de peren en vouw de rand er losjes omheen: pak met een hand een stuk van het
deeg vast, til met de andere telkens een peerpartje op en vouw het deeg
eromheen. Steek met een mesje een kruis in het deegdeksel, zodat een kleine opening
ontstaat.
Je kunt de
ongebakken taart nu maximaal een dag in de koelkast bewaren, afgedekt met
vershoudfolie. Laat de taart voor het bakken weer op kamertemperatuur komen.
Verwarm de oven voor op 210 graden celcius en bak de taart in 20 – 30 minuten
goudbruin. Laat hem uit de oven nog 5 minuten afkoelen.
Roer de crème fraîche los met de rest van de
suiker en een flinke snuf kaneel. Leg een groot bord of een taartschaal op de
bakvorm en draai de tarte tatin om. Serveer direct, met de kaneelroom.
Koud ook erg lekker
kerstbox 2013
