dinsdag 20 februari 2018

Worstenbroodjes



500 g tarwebloem
, 1 zakje gedroogde gist, 50 g boter, gesmolten
, 150 ml melk, lauwwarm
, olie
, 2 sneetjes oud witbrood, 
500 g half-om-halfgehakt 
1 ei, losgeklopt

Doe de bloem in een kom. Meng de gist door het meel. Meng ook 10 g zout erdoor. Maak in het midden een kuil en schenk er de boter, 100 ml melk en 200 ml lauwwarm water bij. Meng alles tot een zacht deeg en laat dit 15 minuten staan.
Bestrijk het werkvlak met een beetje olie en kneed hierop het deeg 5-10 minuten tot het soepel en elastisch is. Vorm het deeg tot een bal, leg deze terug in de kom en laat het deeg afgedekt met plasticfolie op een warme plek 1 uur rijzen tot het volume verdubbeld is.
Week de sneetjes brood 10 minuten in de rest van de melk. Doe het gehakt in een kom. Knijp de sneetjes brood uit en meng ze met 10 g zout en peper en nootmuskaat door het gehakt. Kneed het gehakt goed door. Kneed het deeg even door en verdeel het in 12 gelijke stukken. Druk die op het werkvlak uit tot stukken van 10 bij 12 cm. Vorm het gehakt tot 12 rolletjes van 10 cm lang en leg ze op de stukken deeg. Klap het deeg over het rolletje en druk het rondom het gehakt dicht.

Leg de worstenbroodjes met voldoende tussenruimte op een ingevette bakplaat, dek ze af met een met bloem bestoven doek en laat ze weer 1 uur rijzen. Verwarm de oven voor op 220 °C. Roer wat zout door het losgeklopte ei en bestrijk de worstenbroodjes dun met ei. Schuif de bakplaat in het midden van de oven en spuit enkele malen met een plantenspuit. Bak het brood in 15-20 minuten goudbruin en gaar. Laat de broodjes uit de oven afkoelen op een rooster.

Ipv gehakt met brood en kruiden zijn braadworstjes ook lekker.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten