Voor 9 kleine cakejes (vormpjes onderkant 2,5x6 cm)
125 gram boter, 150 gram poedersuiker, 50 gram fijngemalen amandelen, 50 gram bloem, 1 vanillestokje, 125 gram eiwitten (ca. 4 eieren), 18 amandelen
Verhit de boter op matig vuur tot hij gesmolten en lichtbruin is. Passeer door een fijne zeef en laat hem afkoelen tot hij lauw is.
Verwarm de oven voor op 210 °C.
Zeef de poedersuiker met de gemalen amandelen en bloem. Schep er de uitgeschraapte zaadjes uit de vanillestokjes door.
Klop met een elektrische handmixer geleidelijk de eiwitten door de gezeefde, droge ingrediënten. Voeg al kloppend met de handmixer de afgekoelde, gesmolten boter toe. Stop met kloppen zodra de boter er goed door gemengd is. De cakejes zullen droog worden als je te lang klopt.
Zet de vormpjes op een bakplaat. Vul ze met een lepel. Leg op elk cakeje 2 amandelen en druk ze lichtjes aan.
Bak ca. 15 minuten in de oven. De amandelcakejes zijn gaar wanneer ze mooi goudbruin zijn. Laat de cakejes 5 minuten in de vormpjes afkoelen voor je ze uit de vormpjes stort en verder op een draadrooster laat afkoelen.
Bewaar de cakejes in een luchtdicht afgesloten bak, zodat ze vanbuiten lekker knapperig en van binnen mooi zacht blijven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten