Appeltaartje

voor een springvorm van 18 cm. Een klein lief (en lekker) taartje.

Deeg: 120 gram boter, 100 gram suiker, 1 klein ei, 240 gram bloem, 1/4 theelepel bakpoeder, 
Vulling: 500 gram bakappels, 60 gram suiker, 60 gram gemalen amandelen, 30 gram amandelsnippers, 2 el greinsuiker. Boter om in te vetten

De boter samen met de andere ingrediënten tot een kruimeldeeg verwerken en een half uur laten koelen. In de tussentijd de appels schillen, in vieren delen en in kleine stukken snijden. De appels met de suiker mengen. Oven voorverwarmen op 180 graden.
Het deeg halveren. De springvorm invetten. Met de helft van het deeg de boem van de vorm bekleden, de rand met de amandelsnippers bestrooien. Van het tweede deel deeg 2/3 gebruiken om een rol te vormen en deze als rand in de springvorm te drukken. De bodem met gemalen amandelen bestrooien en er vervolgens de appels op plaatsen. Een beetje aandrukken. Van het laatste deel deeg dunne rolletjes vormen en in rastervorm op het appelmengsel leggen. met wat melk bestrijken en met de greinsuiker bestrooien. In het midden van de oven in ca. 45 minuten gaar en bruin bakken.